Spinoz@Night is een nieuwe talkshow van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Op vrijdagavond 3 oktober vond de eerste editie plaats in café Dudok Den Haag. Het publiek maakte kennis met wetenschappers die de wereld veranderen. Spinoz@Night is een avond vol wetenschap in het teken van de NWO-Spinozapremie. De Spinozapremie is de hoogste onderscheiding in de Nederlandse wetenschap. NWO reikt de premie dit jaar voor de 20ste keer uit. Spinoz@Night werd gepresenteerd door Eva Jinek en Winfried Baijens. Aan de talkshowtafel ontvingen ze een aantal van de topwetenschappers die de Spinozapremie in de afgelopen 20 jaar hebben mogen ontvangen.
Het populairwetenschappelijke tijdschrift Quest legde met Quest Test Nederland de vreemdste vraagstukken voor aan de lezers van Quest. Samen met cognitief neurowetenschapper Peter Hagoort (NWO-Spinozalaureaat 2005) ontwikkelde het populairwetenschappelijke tijdschrift Quest een test (lees daar meer over in een eerdere post op hettaligebrein.nl). We beoordelen andere mensen voortdurend op hun uiterlijk. Maar hoe werkt dat nou precies? Publiek kon op voorhand de test maken via Quest Test Nederland. Bij Spinoz@Night presenteerden Peter Hagoort en Quest een aantal opvallende resultaten.
Heb je Spinoz@night gemist, of wil je de avond nog eens herbeleven dan kan dat! Klik op deze link, en bekijk de interviews nog eens vanuit je luie stoel terug.
Deze zomer bracht ik onder andere door in de Verenigde Staten, waar ik niet ver van New York een lezing moest geven voor een groep heel slimme collega’s en studenten. Op mijn terugweg had ik nog een dag over om wat in New York rond te lopen. Daar hoort natuurlijk ook een bezoekje bij aan de boekhandel, in dit geval Barnes en Nobles in Greenwich Village. In die boekhandel pikte ik een boek op dat nog maar net droog van de drukpersen was afgeleverd. De titel: “The myth of mirror neurons“, van Gregory Hickok.
Bron: Gregory Hickok’s Twitterpagina
De ontdekking van spiegelneuronen zijn wel vergeleken met de ontdekking van het DNA. Het lezen van dit boek heeft mij echter gesterkt in de overtuiging dat de vondst van spiegelneuronen de meest overschatte ontdekking is in de neurowetenschappen van de laatste 50 jaar. Spiegelneuronen, zo laat Hickok in zijn boek zien, worden vandaag de dag als verklaring van zo ongeveer elk probleem gezien. Heb je autisme, het komt door een gebrek in je spiegelneuronen. Lijd je aan stotteren, heb je schizofrenie, erectieproblemen, last van obesitas, het is allemaal de schuld van je spiegelneuronen als die niet optimaal functioneren. Zelfs “misattribution of anger in the music of avant-garde jazz saxophonists” wordt aan mankerende spiegelneuronen toegeschreven. Dit alles op basis van een interessante ontdekking met beperkte relevantie die in 1992 door een groep Italiaanse onderzoekers in Parma wereldkundig gemaakt werd.
Wat vonden deze onderzoekers? In de frontaalschors van een aap hadden Rizzolatti en zijn collega’s een aantal electroden geplaats om het vuurgedrag van de aldaar aanwezige neuronen te kunnen meten. Daarbij registreerden ze dat elke keer dat de aap een grijpbeweging maakte naar bijvoorbeeld een pinda, neuronen in dat gebied sterke activiteit vertoonden. Bij toeval ontdekten ze echter ook dat indien de proefleider een zelfde beweging maakte, een aantal van dezelfde neuronen eveneens hevig vuurden. Op basis van deze en daarop volgende bevindingen zagen de onderzoekers hierin een oplossing voor een centraal probleem: hoe kan ik uit het gedrag van een ander zijn bedoeling afleiden? Het antwoord was: er hoeft niets te worden afgeleid. De spiegelneuronen zorgen ervoor dat je intern het gedrag van de ander simuleert. Zelf ken je het doel van je handeling. Datzelfde systeem kan nu gebruikt worden om het doel van andermans handelen te achterhalen. Jouw eigen handelingssysteem resoneert mee indien je andermans handelen waarneemt.
Op zichzelf is dit een interessante gedachte, maar het werkt niet. Ons gedrag is daarvoor veel te ambigu en contextafhankelijk. Als ik kuch, kan dat bijvoorbeeld zijn omdat in kriebel in mijn keel heb, maar het kan ook een uiting van ironie zijn, in antwoord op de uitspraak: “Rizzolatti is de grootste neurowetenschapper van de 21e eeuw”. Rizzollatti claimt dat zijn theorie ook het menselijk taalbegrip kan verklaren. Maar het is duidelijk dat hij van taal niet veel begrepen heeft. Bij het gebruik van taal gaat het meestal om meer dan het doen van een bewering die ik kan begrijpen door de inhoud ervan te simuleren. Als ik bij een bezoek aan mijn buurman zeg: “Jan, het is hier warm”, dan zal zijn antwoord niet zijn “Ja, Peter, het is hier 33 graden”, maar veeleer “Zal ik de verwarming wat lager zetten”. Mijn buurman heeft begrepen dat ik met mijn bewering iets probeer te bereiken, dat in feite mijn bewering een verzoek is: Doe er iets aan. Daarvoor is het onvoldoende als ik de inhoud van de bewering simuleer, bijvoorbeeld door de hersengebieden die de gevoelstemperatiuur vaststellen te activeren. Opnieuw, taal is veel te contextafhankelijk om met eenvoudige simulatieprocesses de intentie van de spreker te achterhalen.
Mijn medewerkers en ik hebben door middel van hersenonderzoek laten zien dat je, om de bedoeling van de spreker te achterhalen, het zogenaamde ‘Theory of Mind’ netwerk moet inschakelen. Dat is een serie gebieden in het brein die ons in staat stellen inferenties te maken over de mentale toestanden van de ander. Deze gebieden zijn duidelijk te onderscheiden van de gebieden in de hersenen die als het spiegelneuronennetwerk te boek staan. Patronen van hersenactiviteit tonen aan dat er andere gebieden nodig zijn om de bedoeling van de spreker te achterhalen dan die waarin de spiegelneuronen zich bevinden.
In zijn boek onderzoekt Hickok de houdbaarheid van de spiegelneuronentheorie op basis van een zorgvuldige lezing van alle relevante studies die daarover door de Parmagroep gepubliceerd zijn. Hij laat in een zorgvuldig opgebouwd betoog zien waarom de claims van Rizzolatti en zijn collega’s uiteindelijk niet houdbaar zijn. Meerdere van zijn argumenten zijn overigens terug te vinden in andere publicaties, o.a. in een artikel dat Ivan Toni en ik enkele jaren gelden deden verschijnen in het Journal of Physiology Paris.
Wat heeft Rizzolatti op deze kritiek te zeggen? In de wetenschapsbijlage van de Volkskrant van 18 oktober vroeg de interviewer aan Rizzolatti: “In de mythe van de spiegelneuronen schijft Hickok dat nooit is bewezen dat het spiegelen van andermans gedrag tot doel heeft de ander te begrijpen.” Daarop antwoordt Rizzolatti: “Hickok is een taalkundige. Ik houd meer van wetenschappers die hun eigen onderzoek doen. Hickok haalt zijn kennis uit populair wetenschappelijke bladen. Maar goed, het bewijs dat we gedrag van anderen spiegelen met als doel de ander te begrijpen is nog zwak. Dat klopt”.
Dit antwoord bevat twee onjuistheden. Allereerst is Hickok een hersenonderzoeker die vele publicaties op zijn naam heeft staan over de neurale basis van taal, zowel door studies te doen bij afasiepatiёnten als door fMRI onderzoek bij gezonde personen. Hickok heeft heel wat meer onderzoek gedaan naar taal dan Rizzolatti zelf, die daarover wel van alles beweert, maar geen empirische data levert waarop die beweringen gestoeld zijn. Tevens heeft Hickok alle primaire publicaties zorgvuldig bestudeerd. Zijn boek is dus niet gebaseerd op stukjes in populair wetenschappelijke bladen, maar op de primaire literatuur. Met dit soort clowneske antwoorden dreigt Rizzolatti de Beppe Grillo van de neurowetenschappen te worden.
Peter Hagoort is hoogleraar cognitieve neurowetenschappen aan de Radboud Universiteit, directeur van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek en directeur van het Centre for Cognitive Neuroimaging van het Donders Institute. Hij is het hoofd van de onderzoeksgroep ‘Neurobiology of Language’.
We beoordelen andere mensen voortdurend op hun uiterlijk. Maar hoe werkt dat nou precies? Dat wil Peter Hagoort graag weten. En jij kunt hem helpen!
Het enige wat je hoeft te doen is deze test maken, waarbij je 20 foto’s moet beoordelen.
De resultaten van het onderzoek worden op 3 oktober in het Haagse café Dudok bekendgemaakt tijdens Spinoz@Night, een door Eva Jinek gepresenteerde talkshow, georganiseerd door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Deze week zal dé taal-en-hersenenconferentie, SNL2014, plaatsvinden in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Wij zullen iedere dag een blogverslag schrijven zodat taligebreinlezers live kunnen meekijken naar de nieuwste wetenschappelijke ontdekkingen in dit onderzoeksveld. Je kunt de conferentie ook volgen op Twitter: @SNLmtg of zoek op hashtag #snlmtg2014. Vandaag een opwarmertje: Peter Hagoort organiseert de conferentie en we vroegen hem om wat meer tekst en uitleg.
SNL staat voor Society of the Neurobiology of Language. Elk jaar is er een conferentie waarin de belangrijkste onderzoekers die hersenen en taal bestuderen, bijeen komen. Dit jaar is die bijeenkomst in Amsterdam. Er komen meer deelnemers dan ooit tevoren, zo’n 550.
Met wie ga je zeker even een praatje maken, en waarom?
In de praktijk wordt dat vooral bepaald door de deelnemers zelf. Heel veel mensen willen mij over iets spreken. Daarnaast heb ik als president van SNL allerlei meetings tussendoor, met het bestuur van SNL, met de keynote speakers, met de conferentieorganisatoren. Er zijn ook bijeenkomsten met de redactieraad van tijdschriften, zoals Brain and Language. Er blijft dus weinig tijd over om zelf eens vrij te kiezen met wie ik ga praten. Maar ik spreek wel heel veel mensen tijdens zo’n conferentie.
Wat vind je het leukste/interessantste programmaonderdeel?
Oei, moeilijk te zeggen. Het leukste vind ik juist de afwisseling. We hebben een debat, excellente keynote speakers en slide sessions waarin kort nieuw onderzoek gepresenteerd wordt. Elk van die onderdelen zijn heel boeiend, en de afwisseling maakt dat je je niet snel gaat vervelen.
Gaan de wetenschappers ook nog wat van de Nederlandse taal en cultuur meekrijgen?
Zeker, er is een boottocht door de Amsterdamse grachten. En voor mijn welkomstwoord hebben we een korte film gemaakt waarin ik de deelnemers toespreek met de Nachtwacht en het standbeeld van Spinoza als achtergrond. Bovendien zitten er in de openingsfilm veel beelden van Amsterdam. Maar dit is nog een verrassing. Dus niet verder vertellen!
Je collega stinkt vreselijk uit zijn mond. Je schoonmoeder komt nét iets te vaak bij je over de vloer, en je vriendin is eigenlijk veel te dik. Het zijn van die dingen die je soms denkt, maar liever niet zegt. De Radboud Universiteit Nijmegen maakt nu een einde aan ons subtiele zwijgen. Hersenwetenschapper Peter Hagoort ontdekte samen met promovendus Irina Simanova hoe we gedachtes kunnen lezen. In Radio EenVandaag vertelt Hagoort hoe het onderzoeksteam gedachtes leest. Kunnen we nu nooit meer iets voor ons houden?
Op dinsdagavond 18 maart zal Peter Hagoort op radio 5 (747AM) tussen 21.00 en 22.00 uur geïnterviewd worden in het NTR programma ‘De kennis van nu’.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn het moment om eens een goede, doordachte en zelfbewuste keuze te maken. Maar zijn wij als mensen wel in staat om echt compleet autonome, objectieve beslissingen te maken? Politici hameren erop dat de burger zelf wel zijn beslissingen kan maken. Peter zal in de uitzending zijn visie op deze vragen geven. Je kunt de aflevering hier terugluisteren.
Peter Hagoort is benoemd tot lid van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen is opgericht in 1752, waarmee het de oudste geleerdengemeenschap van Nederland is. Lidmaatschap kan enkel worden verkregen op uitnodiging.
Het doel van de KHMW is de wetenschap bevorderen en een brug slaan tussen wetenschap en samenleving. Hiermee houdt de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen zich al sinds 1752 bezig, in iedere periode op een eigentijdse manier. Deze doelstelling past zeker ook in deze tijd van steeds meer resultaten uit geavanceerd wetenschappelijk onderzoek en een samenleving die zich snel ontwikkelt en ingewikkelde vraagstukken genereert.
Op 11 maart geeft Peter Hagoort een lezing in het Paard van Troje in Den Haag, getiteld ‘Het politieke brein’.
Centraal in het huidig politieke denken staat het individu dat zo veel mogelijk in vrijheid de keuzes voor het eigen bestaan moet kunnen maken en invullen. Dit neoliberale uitgangspunt is gebaseerd op de gedachte dat onze waarneming van de werkelijkheid op feiten gebaseerd is, dat we onze keuzes in zelfstandigheid en bij vol bewustzijn maken en dat ons handelen geheel bepaald wordt door vrije wil. Resultaten van de cognitieve neurowetenschap zullen in stelling worden gebracht om deze uitgangspunten aan een nadere analyse te onderwerpen.
Akademiehoogleraar en Spinozawinnaar Peter Hagoort doet onderzoek naar de neurobiologische fundamenten van het menselijk taalvermogen. Hij was een van de eersten die in zijn onderzoek naar het menselijk taalvermogen geestes- en natuurwetenschappen combineerde en zijn ideeën hebben het vakgebied sterk beïnvloed.
Locatie: Paard van Troje, Prinsegracht 12, Den Haag
Datum: dinsdag 11 maart 2014
Tijdstip: 20.00 – 21.30u
De toegang is gratis. Graag vooraf aanmelden via nihc@nwo.nl