De toenemende populariteit van elektronische berichten (smsjes, whatsapp, e-mails, etc) heeft ervoor gezorgd dat mensen anders communiceren. Om efficiënter te communiceren, korten mensen woorden of uitdrukkingen vaak af, bijvoorbeeld door letters met cijfers te combineren, acroniemen te gebruiken of klinkers of letters helemaal weg te laten. Bijvoorbeeld, w88 voor “wachten”, iig voor “in ieder geval” of mss voor “misschien”. Dit maakt het typen dus sneller, maar is het ook sneller te begrijpen voor de ontvanger?
Hoewel sms-taal (ook bekend als cyberspeak, weblish of netspeak) misschien efficiënter is voor de persoon die het bericht verzendt, is het onduidelijk of het het lezen gemakkelijker of moeilijker maakt voor de persoon die het bericht ontvangt of leest. Aangezien sms-taal nogal verschilt van normale taal, is het interessant om te onderzoeken hoe gemakkelijk onze hersenen deze verkorte vorm van taal kunnen lezen.
Onderzoekers hebben de verwerking van sms-taal onderzocht. Ganushchak en collega’s (2010) gebruikten bijvoorbeeld een experiment om de verwerking van sms-taal te onderzoeken. In hun experiment kregen de deelnemers echte woorden te zien, sms-taal (“4ever”; forever in Engels) en pseudo-sms-taal (“4ewer”; combinaties van letters en cijfers die eruitzien als sms-taal, maar geen echte sms-taal zijn). Deelnemers werden gevraagd om aan te geven of ze een echt woord zagen of niet. Terwijl ze dit deden, registreerden de onderzoekers hun hersenactiviteit met een methode die EEG wordt genoemd. De resultaten gaven aan dat mensen langzamer waren om te beslissen of woorden die in sms-taal waren geschreven echte woorden of niet-woorden waren, in vergelijking met pseudo-sms-taal. Dit suggereert dat sms-taal meer ‘woord-achtig’ is dan pseudo-sms-taal, en misschien toch op dezelfde manier als normale woorden verwerkt wordt. Bovendien was er een verschil in hersenactiviteit. In het bijzonder in een bekende hersenreactie genaamd de N400, die gerelateerd is aan het verwerken van de betekenis van woorden, was er een sterkere (meer negatieve) reactie voor pseudo-sms-taal dan voor sms-taal.
Maar zijn er dan verschillen tussen de verwerking van gewone taal en sms-taal? In een tweede experiment onderzochten Ganushchak en collega’s (2012) dit met behulp van een priming-taak. Priming is een techniek waarbij de presentatie van het ene woord invloed heeft op hoe mensen reageren op een volgend woord. Het woord “eten” wordt bijvoorbeeld sneller herkend na het verwante woord “diner” dan na het niet-verwante woord “school”. In dit experiment gebruikten de onderzoekers deze priming-techniek om te onderzoeken hoe normale taal en sms-taal de verwerking van een volgend doelwoord beïnvloeden. Terwijl de onderzoekers zagen dat echte woorden en sms-woorden beide leidden tot een snellere herkenning van verwante doelwoorden, was het effect sterker voor echte woorden. Dit suggereert dat sms-taal over het algemeen langzamer wordt gelezen dan normale taal.
Ander bewijs dat de hersenen het moeilijker vinden om sms-taal te lezen dan normale woorden, komt van Head en collega’s (2011). Ze vergeleken de invloed van echte woorden (zoals “groet” of “sowieso”), sms-taal (zoals “grt” of “sws”; een verkorte vorm van een volledig woord met een weggelaten letter) en niet-woorden (“grf”). Terwijl ze ontdekten dat sms-taal snellere en nauwkeurigere reacties opleverden dan niet-woorden, produceerden normale woorden de snelste en meest nauwkeurige reacties. Dit suggereert opnieuw dat het lezen van sms-taal veeleisender is dan het lezen van normale woorden. Nu vroegen de onderzoekers zich af of de ervaring van de deelnemers met sms hun resultaten beïnvloedde. Voor ervaren “sms’ers” of whatsappers lijkt sms-taal misschien meer op normale taal dan voor mensen met weinig ervaring. Inderdaad, toen de onderzoekers deelnemers vroegen naar hun ervaring, ontdekten ze dat deelnemers met meer ervaring met sms-taal ook meer baat hadden bij sms-taal dan de deelnemers met minder ervaring.
Elektronische communicatie is een van de belangrijkste vormen van communicatie in de moderne wereld geworden. Vaak profiteren mensen van de overbodigheid van bepaalde letters in geschreven taal door afkortingen te gebruiken. Maar is dit ook sneller en fijn voor de lezer? Terwijl sms-taal voor ervaren gebruikers goed verstaanbaar is en tot vergelijkbare hersenpatronen leidt, blijft het moeilijker te verwerken dan normale tekst. Er is nog veel meer onderzoek nodig om de overeenkomsten en verschillen tussen sms-taal en normale taal (het aantal verwijderde letters, de rol van de woordfrequentie, de rol van de fonologie, etc.) te begrijpen wat de invloed van deze nieuwe taal is.
Deze blogpost is geschreven door Noor Seijdel.
Read more
Ganushchak, L. Y., Krott, A., & Meyer, A. S. (2010). Electroencephalographic responses to SMS shortcuts. Brain Research, 1348, 120-127.
Ganushchak, L., Krott, A., & Meyer, A. S. (2012). From gr8 to great: lexical access to SMS shortcuts. Frontiers in psychology, 3, 150.
Head, J. R., Helton, W. S., Neumann, E., Russell, P. N., & Shears, C. (2011, September). Text-speak processing. In Proceedings of the Human Factors and Ergonomics Society Annual Meeting (Vol. 55, No. 1, pp. 470-474). Sage CA: Los Angeles, CA: SAGE Publications.
Geef een reactie