Ontwikkelingen en vooruitgang in de geneeskunde zijn de afgelopen decennia sterk “technologie gedreven” geworden. E-health, sociale robots en AI zijn sterke aanjagers van innovaties in de kliniek. Dit alles mag echter geen afbreuk doen aan de cruciale rol die wordt gespeeld door taal in de communicatie tussen de gezondheidswerkers (artsen, verpleegkundigen, enz.) en patiënten. Woorden zijn namelijk niet onschuldig.

Woorden kunnen substantieel bijdragen aan verbetering van de gezondheid, maar ze kunnen ook nociceptief werken (dwz. je kunt ook echt pijn beleven door woorden). Hersenonderzoek heeft overtuigend aangetoond dat taal effecten heeft op hoe we de wereld waarnemen en hoe we ernaar handelen. De aantrekkingskracht die alternatieve geneeswijzen hebben, is grotendeels, of misschien zelfs uitsluitend, gebaseerd op de verhalen waarin ze zijn ingebed. De verdere technologische ontwikkelingen in de geneeskunde maken het daarom des te urgenter om na te gaan hoe deze ontwikkelingen moeten worden geïntegreerd in effectieve communicatiepraktijken.

De COVID-19 pandemie heeft dit heel duidelijk gemaakt. Communicatie achter mondkapjes, fysieke afstand, videoconsulten, zoommeetings etc. hebben allemaal een grote impact op de interactie tussen zorgprofessionals en patiënten. Hoe kunnen we onze boodschappen het beste formuleren? Welke multi-sensorische signalen (bv. welke gebaren uiten we tijdens het praten, waar richten we onze blik op, etc.) zouden misschien kunnen compenseren; of in hoeverre de emotionele prosodie (de intonatie van je stem) onder deze omstandigheden versterkt zou kunnen worden, zijn allemaal actuele vragen die dringend een antwoord behoeven.

Het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek en het Donders Instituut voor Hersenen, Cognitie en Gedrag, beide gesitueerd in Nijmegen, zijn toonaangevende onderzoeksinstituten die werken aan het vergroten van ons begrip van taal en communicatie. We doen onderzoek naar hoe luisteraars gesproken woorden begrijpen, en hoe sprekers gemiddeld drie woorden per seconde selecteren en produceren. Maar ook doen we onderzoek naar hoe sprekers en luisteraars naadloos op elkaar kunnen aansluiten in gesprekken, en wat een luisteraar precies afleidt uit wat een spreker zegt. Zo is bv. gebleken dat patiënten dezelfde boodschap heel verschillend interpreteren, afhankelijk van hoe deze precies in woorden is verpakt. Als de patiënt hoort dat er 90% overlevingskans is, leidt dit tot een heel andere reactie dan de boodschap dat er 10% kans op overlijden is. Dit is dezelfde informatie, maar op een andere manier verpakt. Dit is slechts een van de vele voorbeelden. Taal is belangrijk, echter de daarmee gepaard gaande niet-verbale communicatiesignalen (bv. gebaren tijdens het spreken, oogcontact, lichaamstaal) zijn ook van groot belang. Hoe informatie wordt verpakt in multi-sensorische signalen, zal medebepalend zijn voor de effectiviteit van behandelingen.

Patient-centered outcomes focus attention on a patient’s beliefs, opinions, and needs in conjunction with a physician’s medical expertise and assessment.

De technologische ontwikkelingen in de geneeskunde (medicijnen, wearables, medische beeldvormingstechnieken, etc.) zijn erg belangrijk. Echter, daarbij mogen we niet vergeten dat een holistische benadering die de patiënt (en niet het orgaan) centraal stelt, vereist dat deze ontwikkelingen worden ingebed in een gezamenlijk verhaal, waarbij zowel patiënten als gezondheidswerkers betrokken zijn. Het menselijk brein heeft ons uitgerust met het unieke menselijke taalvermogen. Het is verreweg het krachtigste systeem voor het verzamelen en uitwisselen van informatie. Deze capaciteit moeten we optimaal benutten om de gezondheid te ondersteunen, zowel bij de preventie als bij de behandeling van ziekten.

Deze blogpost is geschreven door Peter Hagoort