Alle dieren communiceren met elkaar: Vogels fluiten, insecten stoten bepaalde stofjes uit, apen produceren klanken, bijen dansen, dolfijnen fluiten, om informatie met andere soortgenoten te kunnen delen. Wij, de mens, gebruiken taal, en dit systeem is anders dan alle andere vormen van communicatie, omdat het mogelijk is om een oneindig aantal gedachten uit te drukken in een oneindig aantal zinnen. De vaardigheid om hele specifieke betekenissen in woorden om te zetten, en de flexibiliteit om taal in nieuwe situaties te gebruiken, zijn de belangrijkste kenmerken van onze vorm van communiceren.
Wat we nog niet weten is, hoe heeft de mens dit systeem gecreëerd? Hoe ontstaat een menselijke taal? Wat zijn noodzakelijke ingrediënten voor een menselijke taal? We weten niet precies hoe en wanneer de eerste taal ontstond. Het oplossen van deze puzzel is een van de moeilijkste vraagstukken van de moderne wetenschap, omdat er nu eenmaal geen oeroude documenten bewaard zijn gebleven die deze informatie bevatten. Er zijn wel fossielen van oeroude hersenen, maar deze vertellen ons niks meer dan de vorm en de grootte van het menselijke brein in vroeger tijd. Echter zijn er wel oude steengeschriften die laten zien hoe menselijke talen er lang geleden uitzagen; wat we hiervan leren is dat deze talen dezelfde complexiteit hadden als hedendaagse talen.
Het oplossen van deze puzzel is een van de moeilijkste vraagstukken van de moderne wetenschap.
Het ontbreken van bewijs voor het ontstaan van taal betekent niet dat we het maar gewoon moeten opgeven, en nooit zullen begrijpen waarom en hoe talen ontstonden: Er zijn namelijk andere manieren om concrete antwoorden op deze vragen te krijgen. Eén manier is het in kaart brengen van de ontwikkeling van alle bestaande talen, en het documenteren van de belangrijkste kenmerken van talen helemaal in het begin. Dit zou echter op niks uitlopen, omdat elke taal in de loop van duizenden jaren uit eerdere talen is ontstaan. Een andere manier is het bestuderen van zogenaamde “pidgin” talen. Wanneer sprekers van verschillende talen samen in hetzelfde gebied wonen, creëren ze een gemeenschappelijke taal om met elkaar te kunnen communiceren – dit noemen we een pidgin-taal. Pidgins ontstaan door het lenen van woorden uit de ene taal, en het gebruiken van structuren uit de andere taal. Het is het begin van een nieuwe taal; maar helemaal nieuw zijn ze dus niet.

Idealiter willen we kijken naar een taal die nog heel jong is, een pure taal die ontstaan is zonder invloed van buitenaf en zonder de nodige “bagage” uit eerdere jaren. Je zou een “verboden experiment” kunnen doen: In het boek The Forbidden Experiment: The Story of the Wild Boy of Aveyron (door Roger Shattuck) gaat het over een twaalfjarige jongen, Victor, die helemaal alleen, zonder mensen om hem heen, in het wild is opgegroeid. Door te observeren hoe een mens, geïsoleerd van medemensen en dus zonder taal, langzaam leert te communiceren, kunnen we zien hoe een taal zich ontwikkelt; mits men onder deze omstandigheden überhaupt een taalsysteem ontwikkelt. Zo’n experiment is natuurlijk onethisch: we kunnen niet zomaar iemand zonder enige vorm van sociale interactie laten opgroeien – dit zou gewoonweg onmenselijk zijn.
Idealiter willen we kijken naar een taal die nog heel jong is, een pure taal die ontstaan is zonder invloed van buitenaf en zonder de nodige “bagage” uit eerdere jaren.
Gelukkig is er licht aan het eind van de tunnel: we hoeven zulke onethische methoden niet te gebruiken. Er zijn namelijk samenlevingen op afgezonderde plekken waar veel dove mensen wonen, die ook met elkaar moeten communiceren. In deze kleine gemeenschappen is het normaal dat familieleden met elkaar trouwen. Zo wordt het gen dat met hun doofheid te maken heeft doorgegeven aan de volgende generatie binnen de gemeenschap. Omdat de mensen binnen deze gemeenschap niet blootgesteld worden aan de gesproken talen om hen heen, ontwikkelen ze hun eigen unieke gebarentaal. Deze gebarentalen staan zo dicht als het maar kan op het verboden experiment, omdat ze geheel natuurlijk en onafhankelijk van invloeden van buitenaf ontwikkelen. Central Taurus Sign Language (CTSL) is daar eentje van. Deze gebarentaal ontstond de afgelopen eeuw in een afgelegen dorpje in zuid-centraal Turkije. De doofheid in dit dorp komt vooral voor onder 1 familie met 23 dove familieleden. Je vraagt je zeker af hoe we deze familie ontdekt hebben: Dit was niet zo moeilijk voor mij, want ik ben deel van deze familie!

CTSL toont een atypische taal-leer omgeving – liever gezegd, een taal-creatie omgeving – omdat het hele dorp een natuurlijk laboratorium is, waar zowel dove als horende mensen dezelfde taal gebruiken. Een ander opvallend feit over CTSL is dat de oorspronkelijke generatie aan dove mensen die deze taal zijn begonnen nog steeds in leven is. De taal is nog relatief jong, wat betekent dat we de ontwikkeling en geschiedenis op een unieke manier in kaart kunnen brengen. Dit is niet mogelijk met gesproken talen. Bovendien zijn de woorden en structuren van de taal een direct product van de hersenen van de gebruikers, en deze zijn niet beïnvloed zijn door enige kennis van een andere taal of talen. Van CTSL, net als van andere spontaan ontstane gebarentalen, kunnen we erg veel leren over de allereerste fases van een taal, over de omstandigheden waaronder een taal zich ontwikkelt, en over de ontwikkeling die een taal door de tijd heen doorloopt.
*
Geef een reactie