March for Science
Amsterdam (Museumplein), 22 april 2017
Peter Hagoort
Beste vrienden en vriendinnen van de wetenschap,
De belangrijkste wetenschappelijke ontdekking in 2016 was zonder twijfel de registratie van de zwaartekrachtgolven. Albert Einstein had het bestaan daarvan precies 100 jaar geleden voorspeld; alleen meende hij dat ze te klein waren om ooit gemeten te kunnen worden. De eerste voorspelling klopte, de tweede niet. De gezamenlijke inspanning (team science) van meer dan 1000 onderzoekers leidde ertoe dat er op 14 september 2015 voor het eerst zwaartekrachtgolven gemeten werden. Deze zwaartekrachtgolven waren het gevolg van het om elkaar heen wentelen en tenslotte samensmelten van twee zwarte gaten zo’n 1,3 miljard jaar geleden. Om je de minieme effecten daarvan op aarde voor te stellen was onder andere dit het gevolg: door deze kosmische gebeurtenis op een afstand van meer dan een miljard lichtjaar van de aarde veranderde op 14 september 2015 de afstand tussen Parijs en Berlijn (ongeveer 1000 kilometer) voor de duur van 0,2 seconde met het vrijwel onmeetbaar kleine verschil van 10-12 mm. Het kunnen vaststellen van de zwaartekrachtgolven aan de grenzen van het meetbare, is een triomf voor het vernuft van de onderzoekers die daarbij betrokken waren en voor de geldigheid van Einstein’s algemene relativiteitstheorie.
Voor mij persoonlijk was de meting in September 2015 en de uiteindelijke rapportage van deze ontdekking in 2016 een beslissend moment. Dit niet alleen vanwege de triomf voor een wetenschappelijke theorie, maar wellicht in nog sterkere mate omdat het aantoont dat er feiten zijn die kunnen worden vastgesteld met een grote mate van precisie en betrouwbaarheid.
Dit is een geruststellende gedachte in een tijdsgewricht waarin ons wordt verteld dat er geen objectieve feiten bestaan, maar slechts subjectieve constructies van de menselijke geest. In overeenstemming met deze opvatting is het vandaag gemeengoed om te beweren dat wetenschap ook maar een opinie is, niet beter dan andere fantasieën of beweringen die door geen enkel bewijs worden gestaafd. Voorbeelden van dergelijke beweringen zijn: ‘Klimaatverandering is een leugen van de Chinezen en bestaat niet echt’; ‘Hiv is een verzinsel van het rijke westen’; ‘Autisme wordt veroorzaakt door vaccinaties’. Dergelijke beweringen worden gedaan zonder de behoefte ze met gedegen bewijs te ondersteunen.
Wetenschap is gebaseerd op het tegenovergestelde uitgangspunt: het bewijs is doorslaggevend, waarbij het er niet toe doet wie het bewijs levert. Ondanks verschillen in nationaliteit, geslacht, leeftijd of cultuur zijn we het er in de wetenschap uiteindelijk over eens wat de feiten zijn en wat de meetinstrumenten ons laten zien. In de wetenschap werken we met universeel geaccepteerde regels om het bewijs voor onze beweringen te leveren.
Dit is een enorme culturele verworvenheid die tot elke prijs verdedigd moet worden. Zeker, het wetenschapsspel is niet perfect, de regels worden niet altijd met de juiste precisie opgevolgd en in sommige gevallen moeten de regels aangepast en verbeterd worden. Maar dit zijn slechts kleinigheden in vergelijking met waar het in wetenschap uiteindelijk om draait: de jacht op de waarheid aan de hand van universeel geldende spelregels.
In 1992 won Bill Clinton in de Verenigde Staten de presidentsverkiezingen van George H.W. Bush met de slogan ‘It is the economy, stupid’. De ontdekking van de zwaartekrachtgolven was de ultieme bevestiging van het gegeven dat er feiten zijn, die kunnen worden berekend, gemeten en vastgesteld met grote precisie, en dat die feiten ertoe doen. In deze tijd zouden ze ons moeten herinneren aan wat uiteindelijk telt: ‘it is the facts, stupid.’
Beste vrienden en vriendinnen van de wetenschap,
In wetenschap gaat het om kennis, inzicht, en begrip. Niet in de eerste plaats om feiten die geld opleveren, niet om valorisatie als hoogste doel. Om twee redenen is het van cruciaal belang een brede fundamentele wetenschap te hebben en te behouden.
De eerste reden is dat we met de kennis van vandaag niet kunnen voorspellen wat de kennis van morgen zal zijn. Popper zei het al: “We kunnen vandaag niet voorzien wat we pas morgen zullen weten”. Dit vinden beleidsmakers en politici vaak lastig te begrijpen. Politiek en beleid zijn gebaseerd op de kennis van vandaag, in de wetenschap gaat het om de kennis van morgen. Er bestaat geen receptenboek dat ons vertelt hoe we met de kennis van vandaag de wetenschappelijke doorbraken van morgen bereiken. Als dat receptenboek bestond, zou ik onmiddellijk een apartement in Stockholm aanschaffen. Want met dat receptenboek zou ik in staat zijn de ene Nobelprijs na de andere op te pikken. Zo werkt het niet. Dat is de magie van wetenschap. We weten in de wetenschap hoe we echte feiten van alternatieve feiten kunnen onderscheiden, hoe we kunnen vaststellen of ontdekkingen stand houden. Maar hoe we doorbraken bereiken, en vanuit welke hoek die komen, dat weten we niet. Onstuurbare zaken als intuïties spelen daarbij een belangrijke rol. Daarom is voor elke overheid investeren in fundamenteel onderzoek op een zo breed mogelijk terrein de beste garantie op wetenschappelijke doorbraken met grote maatschappelijke en economische betekenis.
De tweede reden is dat wetenschap en kennis het immuunsysteem zijn van onze complexe samenleving. Met de kennis van vandaag kunnen we niet alleen de kennis van morgen niet voorspellen, we zien ook vaak de problemen van de toekomst niet aankomen. Kort voordat de Twin Towers instorten werd aan een van de Nederlandse universiteiten de vakgroep Arabisch opgeheven. Wat was immers het nut van kennis van de Arabische taal en cultuur? Niemand zag 9/11 aankomen, maar iedereen zat daarna te springen om expertise op precies dit gebied. Een samenleving zonder een breed wetenschappelijk immuunsysteem loopt het risico geen antwoord te hebben op onvoorziene en onvoorspelde aanvallen op onze samenleving, of dit nu ecologische rampen, epidemieën, politieke catastrofes of andere ‘unknown unknowns’ zijn.
Overheid, maatschappij en bedrijfsleven, realiseert u zich alstublieft wat u aan de wetenschap te danken heeft en hoezeer u die in de toekomst nodig zult blijven hebben.
Beste vrienden en vriendinnen van de wetenschap,
Ik werk in een omgeving met jonge mensen, jonge onderzoekers uit meer dan 25 verschillende landen. Zoals gezegd, de verworvenheid van de globale wetenschap is dat we ondanks verschillen in nationaliteit, geslacht en culturele achtergrond dezelfde spelregels volgen, de universele waarden van de wetenschap hoog houden. De huidige politieke ontwikkelingen in onder meer de Verenigde Staten, Turkije en Hongarije geven aan dat deze waarden niet langer als vanzelfsprekend door de rest van de samenleving worden gedeeld. Dat is de reden dat we hier vandaag zijn, om de open samenleving en de universeel gedeelde waarden van de wetenschap te verdedigen tegen nationalistische tendenzen en op zogenaamde alternatieve feiten gebaseerde propaganda. Daartegen horen we als wetenschappers te zeggen: Stop, niet verder !!!.
Beste vrienden en vriendinnen van de wetenschap,
Op 4 maart 1980 sprak in deze stad de roemruchte vakbondsleider Herman Bode tijdens een demonstratie van arbeiders in de Rai de historische woorden: “Willen we naar de Dam? Willen we naar de Dam? Dan gaan we naar de Dam; dan gaan we naar de Dam”. Als het onverhoopt nodig is dat we hier over enkele jaren wederom bij elkaar moeten komen om de wetenschap te verdedigen, wat is dan jullie antwoord op de vraag: “Mensen willen we naar de Dam? Willen we naar de Dam? … “Dan gaan we naar de Dam.”
Geef een reactie