Geschreven door: Anne Kösem
Vertaald door: Lotte Schoot & Geertje van Bergen

Context heeft een sterke invloed op hoe we taal interpreteren, zoals eerder besproken in deze post op hettaligebrein.nl. Als je midden in een middeleeuws slagveld zou staan, zou je de zin  “Another one bites the dust” bijvoorbeeld anders interpreteren dan wanneer je op de speelplaats bij een kinderopvang staat, of wanneer je naar het liedje van Queen luistert. Er is echter niet alleen een effect van context op de interpretatie van wat er gezegd wordt. Context kan ook beïnvloeden wat je überhaupt denkt te horen. Zonder dat we ons daar bewust van zijn, gebruiken we constant informatie uit de context waarin we ons bevinden om spraakgeluiden te kunnen identificeren.

Zonder context kan luisteren naar normale spraak (zoals de manier waarop we praten in een gesprek) heel erg moeilijk zijn. Als we losse woorden uit een spraaksignaal zouden knippen, kunnen die moeilijk te begrijpen zijn, terwijl iedereen ze zou begrijpen als je ze in hun originele context zou horen (net als in dit Engelse voorbeeld).

Er zijn twee niveaus waarop context spraakperceptie kan beïnvloeden. Allereerst kan de perceptie van een spraaksignaal beïnvloed worden door de betekenis van de omliggende klanken en woorden.  In dit voorbeeld is het gesproken Engelse woord ‘legislatures’ duidelijk verstaanbaar, hoewel het deels verscholen gaat in een kuch. De meeste mensen rapporteren dat ze de klank ‘s’horen door de kuch heen, hoewel die klank eigenlijk helemaal is weggefilterd uit het signaal (in plaats daarvan is er een korte pauze ingevoegd). Dit heet foneemrestoratie. Het suggereert dat ons brein werkt op basis van voorspellende mechanismes, zodat wanneer een bepaalde klank sterk verwacht wordt (op basis van de omliggende klanken die samen een woord vormen) het brein die klank zelf ‘invult’, zelfs als die klank eigenlijk niet hoorbaar is. Dit is handig, want zulke situaties komen vaak voor: bijna alle spraak die je hoort valt samen met achtergrondruis die soms klanken kan maskeren (bijvoorbeeld in een bar, een treinstation, of een situatie waarin meerdere mensen tegelijk praten…)

De tweede mogelijkheid is dat de spraakperceptie beïnvloed wordt door de akoestische kenmerken van de voorafgaande spraak. Een belangrijk akoestisch kenmerk is snelheid. Hetzelfde woord kan bijvoorbeeld als twee verschillende woorden gehoord worden, afhankelijk van hoe snel de voorafgaande woorden worden afsgespeeld. In het Nederlands is er bijvoorbeeld een grotere kans dat het ambigue woord “ta?k” verstaan wordt als “taak” als de voorafgaande spraak met hoge snelheid werd gepresenteerd, maar als de voorafgaande spraak op langzaam wordt afgespeeld is de kans groter dat het woord “tak” wordt gehoord.

tak-taak
Tak of taak? Foto credits: Heather Katsoulis en eefeewahfah via Flickr

Verrassender is dat zelfs een woord dat heel duidelijk wordt uitgesproken als “taak” toch als “tak” kan worden verstaan als de voorafgaande woorden langzaam worden uitgesproken, en het woord “tak” kan verstaan worden als “taak” als de voorafgaande spraak een hoog tempo heeft.

Waarom zou spraakverwerking in het brein worden beïnvloed door de spraaksnelheid van voorafgaande woorden, als het de kans vergroot dat sommige woorden dan verkeerd worden geïnterpreteerd? Eén mogelijkheid is dat het volgen van spraaksnelheid mechanistische voordelen oplevert voor spraakverwerking. Spraak bevat ritme, wat betekent dat het moment waarop een woord in een zin gepresenteerd zou moeten worden voorspeld kan worden op basis van eerder verwerkte informatie. Het bijhouden van spraakritme zou dan kunnen helpen om het spraaksignaal zo efficient en economisch mogelijk te kunnen verwerken, met het risico dat er soms een woord verkeerd geïnterpreteerd kan worden als de predicties niet kloppen. Huidige theorieën suggereren dat interne oscillators in het brein gebruikt worden voor het verwerken van ritme in taal (zie ook deze post). Dit wordt op dit moment onderzocht door verschillende het talige brein onderzoekers, waaronder ikzelf (Anne).