Geschreven door: Valeria Mongelli

In 1957 bracht een marktonderzoeker genaamd James Vicary voor het eerst het fenomeen subliminale priming onder de aandacht. In een persbericht claimde hij dat het publiek in een bioscoop was blootgesteld aan de tekst ‘eet popcorn’ of ‘drink Coca Cola’. Echter, de woorden werden verborgen in de film en slechts gepresenteerd voor de duur van enkele milliseconden, zodat het bioscooppubliek zich niet bewust was van het zien van deze boodschappen. Toch had het presenteren van de boodschappen wel effect, zei Vicary: volgens hem steeg de verkoop van Coca cola en popcorn aanzienlijk. Een aantal jaar later bleken zijn claims helemaal niet te kloppen, en werd Vicary verplicht om ze terug te trekken. Toch leidde zijn fraudepleging tot meer aandacht voor de mogelijkheden van het verwerken van taal door ons onderbewustzijn.

In de jaren 70 werd deze lijn van onderzoek weer opgepakt door de Britse psycholoog Anthony Marcel. In een van zijn experimenten presenteerde Marcel namen van kleuren aan zijn proefpersonen. Net als in de zogenaamde cola-advertentie, was de presentatie van deze woorden te kort om bewust waargenomen te kunnen worden door de proefpersonen. De proefpersonen zwoeren dan ook dat zij niets konden zien. Na de presentatie van een kleur, moesten proefpersonen een vorm selecteren in dezelfde kleur. Wat bleek? Proefpersonen maakten hun keuze sneller wanneer de vorm – bijvoorbeeld een blauwe driehoek – voorafgegaan werd door het onbewust waargenomen woord ‘blauw’. Dat lijkt erop te wijzen dat het woord ‘blauw’ toch is verwerkt door ons onderbewustzijn.

Tegenwoordig staan we hier niet meer van versteld: het is inmiddels vaker aangetoond dat talige informatie, zoals de betekenis van een woord, verwerkt kan worden door ons onderbewustzijn. De vraag is nu wat de grenzen zijn van het onbewust verwerken van taal. Kunnen we alleen simpele talige input (woorden) verwerken? Of is ons onderbewustzijn veel krachtiger? Als dat het geval is zouden we onbewust ook de betekenis van complexere talige input, zoals zinnen, moeten kunnen extraheren. Dit is de nieuwe uitdaging van onderzoekers naar taal en hersenen: wat zijn de grenzen van onbewust waarnemen? Tijdens mijn PhD ga ik hier onderzoek naar doen. Over een paar jaar kunnen we je dan hopelijk vertellen of Vicary gelijk had – zelfs als hij dat zelf niet kon weten.