Open Access is ‘hot’ in de onderzoekswereld. Het Max Planck Gesellschaft streeft ernaar om zoveel mogelijk van de studies die gepubliceerd worden door haar onderzoekers toegankelijk te maken voor iedereen. Daarom heeft elk Max Planck instituut nu ambassadeurs om Open Acces-beleid te promoten en mogelijk te maken. Het MPI voor Psycholinguïstiek heeft er drie, waarvan er twee in het Neurobiology of Language departement werken; Evelien Heyselaar en Gwilym Lockwood. Maar wat is Open Access eigenlijk, en waarom is het belangrijk? Gwilym legt het uit.

Veruit het meeste wetenschappelijk onderzoek (80%) wordt betaald door de overheid. Omdat alle belastingbetalers dus indirect meebetalen aan wetenschappelijk onderzoek, lijkt het eerlijk dat iedereen ook toegang heeft tot de resultaten van zulk onderzoek. De werkelijkheid is anders: veel tijdschriften waarin wetenschappers hun resultaten publiceren (bijvoorbeeld Nature en Science) vragen hoge bedragen voor het lezen van hun artikelen. Meestal gaat het om rond de €30 per artikel, en soms krijg je voor dat geld maar 24 uur toegang tot het stuk. De Open Access beweging gaat hier hopelijk verandering in brengen. Het idee van Open Access is namelijk om wetenschappelijk onderzoek voor iedereen toegankelijk te maken.

Het Open Access logo
Het Open Access logo

Dat iedereen (indirect) voor wetenschappelijk onderzoek betaalt, is niet de enige reden waarom iedereen ook gratis toegang zou moeten hebben tot de resultaten. Een andere reden is dat er een hoop informatie te vinden is op het internet waarvan geclaimd wordt dat het wetenschappelijk bewezen is, maar dat niet echt is. In tegenstelling tot veel wetenschappelijk onderzoek is deze informatie echter wél voor iedereen gratis toegankelijk. Een ouder met een autistisch kind, bijvoorbeeld, zal zoveel mogelijk te weten willen komen over mogelijke oorzaken en behandelingen van autisme. Er zijn twee manieren om aan dit soort informatie te komen: de ouder kan rond de €30 betalen om 24 uur toegang te krijgen tot één wetenschappelijk artikel, of hij/zij kan op het internet zoeken en allerlei artikelen vinden waarin wordt beweerd dat bepaalde vaccinaties autisme veroorzaken (wat ze niet doen!). Het is moreel onverantwoord om echt wetenschappelijk onderzoek voor het publiek te verbergen, terwijl verkeerde informatie makkelijk toegankelijk is.

De vraag is ook waarom uitgeverijen zoveel geld vragen voor het lezen van wetenschappelijke artikelen. Wetenschappers doen het onderzoek, schrijven de resultaten op en sturen het naar een redacteur van een tijdschrift. Deze redacteur beoordeelt of het artikel geschikt zou kunnen zijn voor het betreffende tijdschrift. Als die beoordeling positief is, stuurt de redacteur het artikel naar andere wetenschappers die het inhoudelijk gaan beoordelen (peer-review). Zowel de redacteur als de reviewers zijn meestal andere wetenschappers, die geen vergoeding krijgen voor deze functies. Als het artikel beoordeeld en geaccepteerd is, moeten er bovendien publicatiekosten (meestal tussen de €1000 en €2000) aan het tijdschrift betaald worden Natuurlijk kost het uitgeverijen geld om artikelen te publiceren; niet al het werk wordt op vrijwillige basis gedaan. Maar de grote uitgeverijen hebben grotere winstmarges dan bijvoorbeeld Apple of Disney, sommige zelfs meer dan Google! Je kunt dus wel zeggen dat uitgeverijen het zich zouden kunnen veroorloven om veel minder geld te vragen.

Voor wetenschappers zelf zou het ook beter zijn als tijdschriften een Open Access beleid zouden voeren. Het MPG betaalt nu bijvoorbeeld €10.000.000 per jaar aan tijdschrift-abonnementen. Veel universiteiten kunnen zich dit niet veroorloven. Dat is oneerlijk, want dit betekent dat wetenschappers over de hele wereld geen toegang kunnen krijgen tot informatie die ze nodig hebben voor hun eigen onderzoek. Zelfs Harvard, een van de rijkste universiteiten van de wereld, kan niet meer al haar abonnementen betalen. Vooral in de VS en in Groot-Brittannië zorgt dit er bijvoorbeeld voor dat het collegegeld omhooggaat tot het punt waarop veel mensen zich niet meer kunnen veroorloven om naar de universiteit te gaan.

Gelukkig is het in Nederland behoorlijk goed gesteld met het vrij toegankelijk maken van wetenschappelijke resultaten. De Nederlandse regering en universiteiten werken momenteeel samen in onderhandelingen met Elsevier, een grote uitgeverij die duizenden tijdschriften bezit. Zij eisen dat in 2024 al het werk van onderzoekers aan Nederlandse instituten gratis beschikbaar wordt voor alle Nederlanders. Deze strategie is al succesvol gebleken in onderhandelingen met een andere uitgeverij, Springer.

Hopelijk zul je dus in minder dan tien jaar tijd in staat zijn om al het peer-reviewed wetenschappelijk onderzoek te lezen, en zullen Nederlandse universiteiten miljoenen aan abonnementskosten besparen. Stel je voor wat universiteiten allemaal zouden kunnen doen met die €10.000.000: dat is ongeveer de helft van wat de Ice-Bucket Challenge heeft opgehaald voor ALS-onderzoek!

Gwilym Lockwood is promovendus in het Neurobiology of Language departement van Peter Hagoort.