'Books' by Moyan Brenn
Books‘ by Moyan Brenn

Voor mijn afstudeerscriptie voor de studie ‘Language and Communication’ aan de Universiteit van Tilburg en de Radboud Universiteit Nijmegen heb ik onderzocht hoe literaire teksten gelezen worden, samen met Franziska Hartung en Roel Willems. In literaire teksten proberen auteurs vaak op bepaalde plekken de aandacht van de lezer op de vorm van de tekst te richten, in plaats van op de inhoud. Dit fenomeen wordt foregrounding genoemd. Een mooi voorbeeld van foregrounding komt van de auteur Jacques Hamelink. In het korte verhaal de Vijand beschrijft hij een kogel vanuit het oogpunt van een klein jongetje:

“…klein als een erwt en heel rond, en glinsterend. Een zonnige metalen waterdruppel.”

Door de kogel te vergelijken met een waterdruppel introduceert Hamelink een nieuw idee; waarschijnlijk heb je nog nooit nagedacht over de gelijkenis tussen een kogel en een waterdruppel. Wat dit voorbeeld van foregrounding zo geslaagd maakt is dat later in het verhaal duidelijk wordt dat het jongetje niet zo goed weet wat de consequenties ervan zijn als je iemand neerschiet. In zijn denkwereld is een kogel even schadelijk als een waterdruppel. Met zijn metafoor slaagt Hamelink erin om ons normale denkpatroon te doorbreken – normaal gesproken zouden we een kogel niet snel vergelijken met iets zo onschuldigs als een waterdruppel. Dit is precies wat de Russische Formalisten (een groep literatuurdeskundigen van begin 20e eeuw) de functie van kunst noemen: kunst ‘de-automatiseert’ het normale denken. En omdat we tijdens het lezen niet op onze normale, automatische denkprocessen kunnen vertrouwen, kost het lezen van passages met foregrounding meer tijd dan het lezen van tekst waarin geen foregrounding voorkomt, aldus de Russische Formalisten.

eyetracking Dit idee hebben wij getest in een ‘eye-tracking’ experiment. De proefpersonen lazen drie korte verhalen uit de Nederlandse literatuur (waaronder De Vijand), terwijl hun oogbewegingen gemeten werden. Uit de resultaten bleek dat lezers over het algemeen inderdaad net iets langzamer zijn tijdens passages met foregrounding. Echter, toen we keken naar de verschillen tussen lezers, bleek dat er ook lezers waren die helemaal niet langzamer lazen als ze foregrounding tegenkwamen. Wat heel interessant was, is dat die verschillen tussen lezers verband hielden met hoe goed ze het verhaal vonden. Degenen die het verhaal goed vonden lazen langzamer tijdens foregrounding, terwijl degenen die het geen goed verhaal vonden niet afremden. Je zou kunnen zeggen dat de eerste groep meer de tijd nam om te genieten van het literaire taalgebruik. Ons lijkt het echter logischer dat die groep om wat voor reden dan ook wat meer moeite had met het literaire taalgebruik, en daarom de tekst wat minder automatisch kon verwerken. En dit gaf hen de kans om de literaire bewoordingen beter te waarderen, terwijl de andere groep alles als het ware op de automatische piloot kon doen, en daarom niet stilstond bij het poetische taalgebruik.

Een andere bevinding is dat lezers met meer ervaring met het lezen van fictie minder afremden bij foregrounding dan degenen met minder ervaring met het lezen van fictie. Dit is te verklaren als een effect van gewenning. De groep die vaker leest komt vaker literair taalgebruik tegen, en is dus meer geoefend in het lezen van aparte zinsconstructies, ongewone metaforen en andere stijlfiguren. Deze oefening zorgt ervoor dat ze foregrounding sneller kunnen lezen. De vraag blijft wel hoe het komt dat we dan geen duidelijke relatie zien tussen iemands ervaring met het lezen van fictie en hoe goed die persoon het verhaal vond. Als geoefende lezers niet meer afremmen bij foregrounding en dus niet echt de tijd hebben om het literaire taalgebruik te waarderen, hoe komt het dan dat zij de teksten over het algemeen niet slechter vonden dan niet-geoefende lezers? Die vraag laten we echter aan vervolgonderzoek over.

Emiel van den Hoven was het afgelopen jaar als MSc student werkzaam in het Neurobiology of Language Department van Peter Hagoort en doet nu een PhD in de Psycholinguistiek in Freiburg