
Hoe zien wij de wereld? Ik weet natuurlijk niet hoe het bij jou is, maar in mijn beleving neem ik alles waar wat er om me heen te zien, te horen en te ervaren is, en zie ik de dingen zoals ze zijn. Maar is dat wel zo? Neem het plaatje hiernaast. Je kunt hier zowel een vaas als twee gezichten (en profil) in zien. Maar terwijl jij wisselt van ‘gezichten’ naar ‘vaas’ en van ‘vaas’ naar ‘gezichten’, verandert er niets in het plaatje! Dit fenomeen, dat we zelf op de wereld projecteren wat we wíllen zien, geldt eigenlijk voor alles wat we waarnemen. Onze verwachtingen en ook onze aandacht voor dingen bepalen mede wat we zien, voor een veel groter deel dan we zelf doorhebben. Onze hersenen proberen continu te voorspellen wat er het volgende moment zal gebeuren op basis van wat we eerder hebben meegemaakt.
Wat heeft dit met taal te maken? In mijn onderzoek bekijk ik of taal ook zo’n factor is die mede bepaalt hoe we de wereld zien. Van jongs af aan beschrijven we de wereld door middel van taal, waardoor er sterke associaties zijn ontstaan tussen de woorden en wat ze beschrijven. Ik bekijk hoe sterk deze associaties zijn en hoe en waar dit fenomeen plaatsvindt in de hersenen: het hersensignaal van het woord komt ergens een ‘plaatje’ tegen van wat je ziet, maar waar precies? Als je aan een vaas denkt, wat gebeurt er dan vervolgens zodat je switcht van ‘gezichten’ naar ‘ vaas’?
Ik probeer in mijn onderzoek dus te laten zien dat we een soort onzichtbare bril dragen waardoor we naar de wereld kijken: geen roze bril, maar een bril van taal.
Jolien Francken is promovenda in het Neurobiology of Language department van Peter Hagoort
Geef een reactie